Polder
Naast een dorp is Obdam ook een polder, maar de polder bestaat eigenlijk uit verschillende drooggemaakte meertjes en plassen. De plassen waren ontstaan bij dijkdoorbraken. Een van de belangrijkste dijken in het poldergebied is de Obdammerdijk, ten westen en noorden gelegen van het dorp Obdam. De bewoning van de dijk wordt aangeduid als de buurtschap Obdammerdijk. De dijk is een onderdeel van een grote dijk die het gebied beschermde tegen het water, onder meer van het Berkmeer. Een van de plassen die niet droog is gelegd is De Weel, nu thans natuur- en recreatiegebied. Ten noorden van Obdam ligt de polder en buurtschap Berkmeer, dat formeel ook onder het dorp valt.
Obdam was zelf lang een (vee)boerendorp, met wel duidelijk de statige huizen en gebouwen van de stede. Maar rond het begin van de twintigste eeuw veranderde dit. Door de zavelgrond kwamen er veel tuinders naar het gebied om er hun groente te telen. Het aantal veeboeren nam sterk af, waarmee ook het karakter van het dorp anders werd. Met ook nog nieuwbouw vanaf de jaren 60/’70 van de twintigste eeuw en ook de langzame terugloop van het aantal tuinders, is het dorp veel minder open van karakter. Alleen buiten de dorpskern kan men nog een beetje zien hoe Obdam eruitzag als open dorp met een kleine dicht bebouwde kern.
Obdam kent een eigen treinstation, Station Obdam. Dit is tevens het enige treinstation van de gemeente Koggenland. Een bezienswaardigheid in Obdam is naast een aantal statige gebouwen in het centrum, de Sint-Victorkerk van de hand van Adrianus Bleijs uit 1892 welke in 2008 uitverkozen was als “Mooiste Kerk van Noord-Holland”. Ook de wipwatermolen aan de Braken, net buiten de dorpskern, is een toeristische trekpleister. Deze molen stamt uit 1670.
bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Obdam_(plaats)